Terug naaar Tijdmachine

1833

Onderwijs - Bisschop Zwijsen

De echte doorbraak naar meer en beter lager onderwijs kwam in Tilburg op gang toen Joannes Zwijsen pastoor werd van de kerk van ’t Heike. Zwijsen, die later bisschop van Den Bosch zou worden en aartsbisschop van Utrecht, trof in zijn parochie een wantoestand aan. Eén schoolmeester (die al 82 jaar oud was) en een ‘ondermeester’ gaven daar les aan liefst 180 kinderen. Zwijsen stelde orde op zaken met behulp van een nieuwe, jonge schoolmeester. Daarnaast probeerde hij veel kinderen die helemaal niet naar school gestuurd werden op een slimme manier te verplichten. Hij dreigde ermee dat kinderen die niet konden lezen en schrijven ook hun Eerste Heilige Communie niet mochten doen (de Eerste Communie deed men toen op 12-jarige leeftijd). Daardoor kwamen er inderdaad meer kinderen naar de zogenaamde zondagsschool, zodat ze toch enige mate van onderwijs genoten. Vooral kinderen die al in een fabriek werkten, bezochten de zondagsschool. Maar Zwijsen wilde meer. In 1832 startte hij de congregatie van de Zusters van Liefde met dertien nonnen die zich vooral bezig moesten houden met onderwijs aan arme meisjes, wat ze vanaf 1833 ook inderdaad deden. Daar bleef het niet bij. Al snel raakten de zusters betrokken bij alle vormen van onderwijs, armen- en ziekenzorg. Toen Zwijsen in 1877 overleed, was het Tilburgse voorbeeld op 76 plaatsen in binnen- en buitenland nagevolgd. Voor het onderwijs aan jongens was de situatie moeilijker. Jongens werden al op jeugdige leeftijd ingezet in het (boeren)bedrijf van de ouders, of gingen uit pure noodzaak voor de fabrikanten werken. Toch richtte Zwijsen in 1845 ook een tweede congregatie op: de Fraters van Tilburg. En ook dit was een succes. De zusters en de fraters zijn tot aan de jaren zeventig van de vorige eeuw actief gebleven in het lager onderwijs in Tilburg. Het moederhuis van de zusters bevindt zich nog steeds aan de Oude Dijk. Het fraterhuis aan de Gasthuisring.