Terug naaar Tijdmachine

1532

De eerste schoolmeester?

In 1532 komt voor het eerst in een akte een aantekening voor die erop wijst dat er in die tijd in Tilburg een school was. Meer dan de naam van de schoolmeester is het niet: meester Deonis Goijart Aert Geldens van der Sprangh. Waar zijn school stond, weten we niet. Pas in 1569 wordt een ‘scole’ genoemd, die bij de kerk van het Heike stond. Deze werd de ‘hoofdschool’ genoemd. Tilburg was toen nog een verzameling van verschillende dorpskernen. Er ontstonden in die tijd ook schooltjes in bijvoorbeeld de kernen Hasselt en de Heikant. Van onderwijs zoals wij het kennen was geen sprake. Er was geen leerplicht en de meester gaf les aan alle leeftijden. Veel meer dan wat rekenen, schrijven, en godsdienst werd er niet geleerd. Wie echt aanleg had om te leren, en het geluk had dat zijn ouders het konden betalen, kreeg meestal privéles. Of je werd naar de zogenaamde Latijnse school gestuurd elders in Brabant of zelfs in Vlaanderen. Het beroep van schoolmeester was vaak een bijbaantje. In 1592 bedroeg het jaarsalaris van een Tilburgse schoolmeester 46,50 gulden, ongeveer 20 euro, en dat was te weinig om van rond te komen. Soms had de schoolmeester enige bijzondere rechten. Zijn geit of koe mocht gratis grazen op het kerkhof. Als het slachttijd was (oktober/november) mocht hij van deur tot deur gaan om een portie van het slachtvlees op te vragen. Het echte beroep van de schoolmeester was koster, schoenmaker, klompenmaker, of zelfs bierbrouwer.