Terug naaar Tijdmachine

1599

De pest in Tilburg

Tegen de pest was geen kruid gewassen. Als de ziekte in een gezin de kop opstak verlieten de nog gezonde huisgenoten zowel het huis als de zieke onmiddellijk om zelf niet besmet te raken. Arme mensen verkozen een hutje op de hei of in het bos boven een verblijf in de buurt van de patiënt. Toch bestond er ook toen al een vorm van verzorging, en wel door de ‘schrobbers’ of ‘schrobsters’. Deze verzorgers deden hun werk uit naastenliefde en kregen daarvoor een ‘schrobloon’. Hun werk was zeer riskant, want schrobbers bleven gedurende het gehele ziek- ofwel sterfbed bij de pestlijder. Zo kreeg de patiënt verzorging tijdens zijn laatste dagen, en werd het gevaar van besmetting teruggebracht tot één persoon: de schrobber. Merkwaardig genoeg werden schrobbers veel minder vaak besmet dan anderen. Dat was een van de raadsels van de pestziekte: waarom sommigen niet werden besmet ondanks voortdurend contact met de zieke. Tegenwoordig weten we dat deze vorm van immuniteit van generatie op generatie kan worden doorgegeven via de genen van een persoon. Wie een voorvader heeft die de pest heeft overleefd, zal niet zelf besmet raken. Wetenschappers uit onze tijd onderzoeken of dit ook geldt voor moderne ziekten zoals aids.