Terug naaar Tijdmachine

1887

Gastarbeid – ‘Gastfabrikanten’

Bij ‘gastarbeid’ denken we meestal aan een werkman die buiten zijn geboorteland de kost gaat verdienen. In Nederland is de gastarbeid op gang gekomen vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw. In de negentiende eeuw kwam het echter ook al voor, maar misschien kun je dan beter spreken van ‘gastfabrikanten’. Eerst kwam namelijk de fabrikant, en indien nodig trok hij gespecialiseerd personeel aan uit het buitenland. In de textielindustrie werd bijvoorbeeld hoger opgeleid personeel geworven uit België of Duitsland. De eerste twee directeuren van de Tilburgse weefschool (zie het Thema Onderwijs) waren Duitsers. Toen de Limburger Mathieu Kessels zijn muziekinstrumentenfabriek opende in Tilburg (zie het Thema Industrialisatie) waren de eerste werknemers instrumentenmakers uit Beieren en Tirol. In 1887 kwam Carl Höhner naar Tilburg vanuit het Rijnland, en hij begon een schoenenzaak in de Heuvelstraat. In 1893 startte hij met een schoenenfabriek in de Koestraat. Later ging het bedrijf over op de productie van vilt- en lederwaren, en het bleef tot 2000 in Tilburg gevestigd.